Het boek is een middel om in gesprek te komen met het kind. Door woorden te geven aan de psychische stoornis (PTSS) en de huidige situatie kan het kind beter begrijpen wat er aan de hand is. Uit de praktijk blijkt dat als ouders in gesprek durven te gaan met hun kinderen, dat de eerste barrière doorbroken kan worden. Door deze barrière te doorbreken, ervaar je als ouders (met PTSS) dat je weer contact kunt maken met je kind. Het kind voelt zich gezien en gehoord en ervaart veelal: ‘het ligt niet aan mij’. De ouder krijgt weer meer regie over het ouderschap en het kind is ermee geholpen, dat hij of zij de problemen van de ouder niet hoeft op te lossen. Er is taal gekomen voor zowel de ouders als het kind. Van een onvoorspelbare wereld naar een situatie die begrijpelijk gemaakt is voor het kind. Dat is ook de kunst als ouder en therapeut sluit aan met je taal en tekeningen bij de belevingswereld van het kind. Maak het niet te spannend en te groot. Op sommige vragen zijn geen antwoorden. Maar dat je als ouder weer beschikbaar kunt zijn voor je kind is het grootste cadeau waarbij een kind weer zich verder mag ontwikkelingen zonder dat er eigen psychische problemen ontstaan.
Tussen ouders en kinderen komt weer een open communicatie-lijn. Er hangt geen stilzwijgend geheim meer rond die PTSS heet. Nee de PTSS mag genoemd worden en er wordt aan gewerkt, door de ouders zelf en niet door het kind!
Terug naar een basis van openheid, veiligheid en veerkracht van het hele gezin.
Tot stand koming van het boekje:
Totstandkoming van het boekje:
Tijdens mijn behandeling kwam ik op een gegeven moment op het punt dat mijn man en ik onze kinderen (2 dochters van, toen, 2 en 4jaar) in kennis moesten stellen van de PTSS.
Als ouder komen er dan direct veel vragen op maar ook zeker angsten. Hoe moet ik aan mijn kinderen uitleggen wat er aan de hand is zonder hun angstig of bang te maken? Hoe leg ik het uit zonder hun te belasten met mijn lasten?
Vanuit de behandeling werd het systeem van “Words en Pictures” voorgesteld.
Voordat ik eraan begon bedacht ik mij het volgende: “Ik wil onze kinderen niet vertellen wat ik heb meegemaakt. Ik wil onze kinderen iets meegeven.”
– Twijfel niet aan je intuïtie. Je ziet het goed, er is iets met mama aan de hand.
– Twijfel niet aan jezelf. Het ligt niet aan jou.
– Wees kind. Ik bent zelf verantwoordelijk voor het herstel, jij hoeft dit niet te doen.
Gezien ik geloof in de kracht van herhaling van de boodschap. Besloot ik het op papier te zetten in een voorlees-verhaal. Net als ieder ander kinderboekje.
Met die gedachten schreef ik “Een kast vol”. Een handreiking die universeel is en draait om de metafoor.
Voor onze oudste dochter was het herkenbaar en begrijpelijk. Ze weet nu reacties buiten zichzelf te leggen waardoor ze onbezorgd kind kan zijn. Onlangs zei ze tegen mij “Mama, als jouw kastje openstaat hoef niet zo tegen mij te doen.”
Voor mij een teken dat ze de boodschap begrepen heeft. Tevens was het voor mij een wake up call.
De eerste variant van “Een kast vol “is geïllustreerd in het politie-uniform.
En de tweede versie van het boekje is gericht op ouders en gezinnen werkzaam (geweest) bij de defensie.
Als Stichting hopen wij in de toekomst nog vele andere gezinnen te kunnen ondersteunen doormiddel van het boekje in een andere uitvoering.